De verplichting tot het betalen van partneralimentatie eindigt volgens de wet op het moment dat de voormalige partner een nieuwe relatie krijgt en met die nieuwe relatie gaat samenwonen alsof er sprake is van een huwelijk. Het enkele feit dat de ex een nieuwe relatie heeft, maakt aan de verplichting tot het betalen van partneralimentatie nog geen einde. In de praktijk is het erg moeilijk om te bewijzen dat de ex met een nieuwe relatie samenwoont alsof er sprake is van een huwelijk.
Wie moet bewijzen dat de ex samenleeft met een nieuwe partner?
Volgens de wet draagt de partij die een feit stelt daarvan de bewijslast. Dat betekent dat de partij die stelt dat zijn ex met een nieuwe partner samenwoont alsof er sprake is van een huwelijk dat ook moet bewijzen. Pas als het bewijs is geleverd, kan het rechtsgevolg, de beëindiging van de alimentatieverplichting, intreden.
De man die stelt dat zijn ex-vrouw met een nieuwe man samenwoont alsof zij daarmee is getrouwd, moet bewijzen dat zij met elkaar samenwonen, elkaar wederzijds verzorgen en met elkaar een gezamenlijke huishouding voeren. Dat is erg moeilijk.
De man kan een recherchebureau inschakelen. Een privédetective dus. De privédetective kan bij de woning van de vrouw observaties gaan verrichten. Ook kunnen er bij de woning van de vrouw foto’s worden gemaakt. Het inhuren van een privédetective kan echter erg kostbaar zijn.
Omkering van de bewijslast
Er zijn echter uitzonderingen op de regel dat de partij die een feit stelt daarvan de bewijslast draagt. De wet zegt namelijk ook dat de rechter de bewijslast mag omkeren indien dit uit de eisen van de redelijkheid en billijkheid voortvloeit.
Een voorbeeld
De rechtbank Overijssel heeft op 4 augustus 2016 een beschikking afgegeven, waarin de rechtbank heeft bepaald dat de man die de partneralimentatie ontving moest bewijzen dat hij niet met zijn nieuwe vriendin samenwoonde alsof hij met haar was getrouwd. Wat was de situatie?
In deze zaak moest de vrouw aan haar vorige man partneralimentatie betalen. De man is op enig moment naar het buitenland vertrokken. Hij stelt dat hij is verhuisd om met zijn nieuwe vriendin te onderzoeken of zij samen verder zouden kunnen. Volgens de man woont hij echter niet samen met zijn nieuwe vriendin. De man stelt dat zij beiden op een ander adres wonen. De man stelt verder dat zijn voormalige vrouw maar moet bewijzen dat hij in het buitenland wel met zijn nieuwe vriendin samenwoont.
De vrouw vraagt de rechtbank vervolgens om de bewijslast om te keren en om te bepalen dat haar voormalige man moet bewijzen dat hij niet samenwoont en dus geen gezamenlijke huishouding met zijn nieuwe vriendin heeft.
De rechtbank is het met de vrouw eens. Het ligt in deze situatie op de weg van de man om te bewijzen dat hij niet samenwoont. Volgens de rechtbank kan van de vrouw niet worden verwacht dat zij in het buitenland onderzoek gaat doen naar het dagelijkse leven van de man. De vrouw verkeert naar de mening van de rechtbank dan ook in bewijsnood. Die bewijsnood is volgens de rechtbank ontstaan door toedoen van de man. De man is immers naar het buitenland verhuisd. De rechtbank bepaalt vervolgens dat in deze situatie op grond van de redelijkheid en billijkheid de bewijslast moet worden omgekeerd. De vrouw hoeft niet te bewijzen dat de man met zijn nieuwe vriendin samenwoont alsof hij met haar is gehuwd. De man moet bewijzen dat hij niet met zijn nieuwe vriendin samenwoont alsof hij met haar is gehuwd.
Wij helpen u graag!
Betaalt u partneralimentatie en heeft uw ex een nieuwe relatie? Heeft u het vermoeden dat uw ex met een nieuwe relatie samenleeft alsof er sprake is van een huwelijk? Wilt u de partneralimentatie daarom beëindigen? U bent van harte welkom voor een gratis adviesgesprek met een van onze advocaten. Wij helpen u graag!